.

De kosten van aardgasvrij: naar een individuele collectieve aanpak?
top of page
  • Foto van schrijverSven Ringelberg

De kosten van aardgasvrij: naar een individuele collectieve aanpak?

Bijgewerkt op: 8 mrt. 2021

Het was deze week weer raak met een nieuw artikel over de kosten van een aardgasvrije woning. Inmiddels is al een tijd bekend dat een woning van het aardgas af halen lang niet altijd rendabel kan en in de meeste gevallen een flinke investering met zich meebrengt. Het Economische Instituut voor de Bouw (EIB) komt nu met een nieuw kengetal: gemiddelde investering van 40.000 euro. Veranderd dit de focus op aardgasvrije wijken, pilots en het beeld op verduurzaming nou echt?


De kosten van aardgasvrije woningen

In eerste instantie wilde ik mijn toetsenbord er niet aan vuil maken. Een zoveelste studie die de kosten in kaart brengt. Maar gezien de aandacht die dit onderzoek kreeg en het lijvige rapport (180 pagina’s) leek het me toch de moeite erin te duiken. Getallen zoals 40.000 euro voor een aardgasvrije woning zijn niet nieuw. Al vaker heb ik het kengetal 45.000 tot 65.000 euro voor een verduurzaamde woning horen langskomen.


Wat zegt die 40.000 euro aan investeringen ons? En is dit bedrag hoog of laag? Want zonder deze informatie is het lastig al die krantenberichten te duiden. Het onderzoek van de EIB werkt met ervaringscijfers uit de 20 proeftuinen aardgasvrij. In deze proeftuinen wordt gewerkt aan het aardgasvrij maken van de (bestaande) gebouwde omgeving en in de praktijk geleerd wordt wat er allemaal bij zo’n wijkaanpak komt kijken. De totale begrote kosten per woning per proeftuin liggen tussen de 8.000 en 62.000 euro. Een groot verschil. Dit wordt mede verklaart doordat verschillende technologieën worden toegepast in deze proeftuinen: all-electric, groen gas, warmtenet en waterstof.

Uit het EIB rapport 2021

Al deze uitgangspunten bij elkaar opgeteld geeft gemiddeld 40.000 euro aan investeringen. Hierbij dus wel de winstwaarschuwing dat de technieken verschillen van elkaar en ook hoe gerekend is in de proeftuinen. Zo zijn Purmerend en Amsterdam relatief goedkoop met een warmtenet omdat deze aanlegkosten niet zijn meegenomen in de berekening. Deze kosten nemen de warmtebedrijven voor hun rekening. De proeftuinen die alle kosten en risico’s het beste in beeld hebben, zoals Hilversum en Apeldoorn, komen met hogere projectkosten. Van die 40.000 euro is vervolgens slechts de helft terug te verdienen door een hogere woningwaarde en/of lagere energierekening.


Geeft een collectieve aanpak daadwerkelijk lagere kosten?

Een veel belangrijkere uitkomst van dit onderzoek is wat het ons zegt over de aanpak aardgasvrij tot aan 2050. Of de kosten nu op 40.000 of 50.000 euro gemiddeld uitkomen, dat is niet mijn grootste interesse. De vraag is: heeft een collectieve aanpak, gefocust op bijvoorbeeld warmtenetten een positief resultaat voor de kosten van aardgasvrije projecten? Uit het figuur hierboven lijkt dat wel zo te zijn. De kosten voor all electric liggen gemiddeld hoger dan die voor bijvoorbeeld groen gas en warmtenetten. Alleen het rapport nuanceert dit verschil met een schokkende conclusie die echt gevolgen zou moeten hebben voor het uitgangspunt van een collectieve aanpak:


‘’Een belangrijke conclusie is voorts dat de all-electric route – die op papier direct al met hoge kosten gepaard gaat – niet zoveel ongunstiger uitpakt ten opzichte van de aanpak via warmtenetten, die op papier kosten-effectiever lijkt. Hier geldt dat de aanpak met warmtenetten veel meer complexiteit kent en het is deze complexiteit die ook aanzienlijke extra kosten kan veroorzaken.’’

Als we wat dieper duiken in het rapport, dan zien we dat deze extra complexiteit van warmtenetten flink in de papieren kan lopen. Er wordt bijvoorbeeld gerekend met alleen al 8.000 euro aan proceskosten per woning om uiteindelijk aan de slag te gaan met een aardgasvrij alternatief. Een andere reden waarom het verschil tussen all-electric en warmtenet oplossingen in kosten kleiner uitvallen is, volgens het rapport, dat er meer ervaring is met all-electric in de bestaande woningvoorraad. Meer risico’s ontstaan bij collectieve wijkaanpakken met een warmtenet.


Wat nu? Hoe verder met aardgasvrije wijkaanpakken

Bovenstaande betekent niet dat een collectieve aanpak verkeerd is. Het laat alleen zien dat de kosten voor een collectieve warmtebron hoger uitvallen en vergelijkbaar zijn met een all-electric alternatief. Gekeken naar de laagste kosten per wijk komt uit studies steeds vaker een combinatie van groen gas/waterstof en hybride warmtepompen naar voren. Zo geeft de meest recente studie van het PBL ook aan dat deze optie in veelal landelijke gebieden het goedkoopst is.


Dit lijkt een veelbelovende aanpak, maar hier is ook kritiek op te bedenken. Allereerst is de meerprijs van een hybride warmtepomp ten opzichte van de cv-ketel al snel 4.500 euro. De feitelijke kosten blijken vaak hoger uit te vallen en de ISDE subsidie voor warmtepompen doet nu nog niet voldoende om bewoners te overtuigen, aldus het EIB. Zo’n 30% van de woningen zijn niet direct geschikt te maken om een hybride warmtepomp te plaatsen en er zijn onder consumenten vraagtekens over het ruimtegebruik, aanzicht bij de gevels en geluidsoverlast. Tot slot is er redelijk wat draagvlak voor het gebruik van groen gas en/of waterstof. Het lijkt op de oude manier van verwarmen en beperkte aanpassingen aan de woningen maakt het minder bedreigend voor bewoners. De vraag die hier speelt is natuurlijk of groen gas en/of waterstof wel ingezet moeten worden voor de gebouwde omgeving en of er voldoende beschikbaar is tot 2050.


Meer aandacht voor de individuele route die het toelaat in stapjes te verduurzamen lijkt te winnen aan populariteit. Ieder jaar worden er al 20.000 hybride warmtepompen aangeschaft en honderdduizenden isolatiemaatregelen getroffen door particulieren. Het onderzoek van de EIB gaat zelfs zover dat ze aangeven:


‘’Ook met inachtneming van de bovengenoemde maatregelen en autonome ontwikkelingen zal dan nog steeds stevig worden geleund op de collectieve wijkaanpak - Indien een dergelijk traject niet als haalbaar en betaalbaar zou worden gezien, dan zal het heel moeilijk worden dergelijke doelen binnen de woningsector te realiseren. Dan rijst de vraag of de doelen voor de gebouwde omgeving niet te ambitieus zijn en niet overwogen zou moeten worden.’’

In normale taal: als de collectieve wijkaanpak aardgasvrij te duur en lastig blijkt, dan kunnen we het ook loslaten en ons geld ergens anders in investeren.


Tijd voor een individuele collectieve aanpak?

Los van het feit dat het bovenstaande wel erg negatief klinkt, biedt het ook zo weinig perspectief. We zijn met zijn allen een aantal jaar geleden een uitdaging aangegaan om de bestaande woningen van het aardgas af te krijgen. Net als dat ik techniekneutraal ben, ben ik ook procesneutraal. Het zal me een zorg zijn of het via een wijkaanpak gaat of individueel. Ik ben geïnteresseerd in wat werkt, opschaalbaar is met beperkte proceskosten. Want 8.000 euro proceskosten per aardgasvrije woning… daar kan je ook gewoon direct isolatiemateriaal of een warmtepomp voor subsidiëren.


Daarom eindig ik graag met deze omdenker: als het niet collectief kan. Kunnen we dan niet de individuele maatregelen collectief trekken? Ik denk dat we als overheid meer moeten vertrouwen in de diverse marktpartijen, coöperaties en platforms die lokaal al collectieve inkoopacties organiseren en zo het individuele collectief goedkoper maken. Wat hebben deze partijen nodig? Duidelijke kaders wat een goede isolatiekwaliteit is, duidelijkheid over het tijdspad aardgasvrij en misschien wat slimme ondersteuning.

611 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page