.

top of page
Foto van schrijverSven Ringelberg

Tunnelvisie aardgasvrij is een bedreiging voor de energietransitie



Aardgasvrij is de duurzame trend van Nederland de afgelopen drie jaar. Nog voor de vorige verkiezingen was aardgasvrij als thema nauwelijks terug te lezen in verkiezingsprogramma’s en voorzag bijna geen enkele expert het Klimaatakkoord met de 1,5 miljoen aardgasvrije woningen voor eind 2030. Toen ik zes jaar geleden voor het eerst met warmtenetten bezig was moest ik iedereen uitleggen wat het nut en de noodzaak daarvan was. Nu is bijna iedere vastgoedeigenaar wel bekend met de termen zoals all electric en warmtenetten.

Op onverdeelde steun kan aardgasvrij alleen niet rekenen. Een maand geleden publiceerde het SCP nog een onderzoek dat liet zien dat meer dan 70% van de Nederlanders de verduurzaming steunt, maar dat dit bij aardgasvrij zakt tot 49%. Ik zie zelf alleen nog een groter risico voor het succes van aardgasvrij dan de steun onder de bevolking: de tunnelvisie op deze opgave. In dit artikel ga ik niet de discussie aan over het nut en noodzaak van aardgasvrij, die zie ik. Het is vooral de methode en aanpak van aardgasvrij waar ik risico’s zie ontstaan voor de gehele energietransitie.


Tunnelvisie aardgasvrij

Die tunnelvisie op aardgasvrij, waar zie je dat aan terug? Naar mijn mening in het gehele proces en de focus in de energietransitie van de gebouwde omgeving. Dit was onder andere terug te lezen in het rapport van de Rekenkamer dat kritiek had op de aanpak van de aardgasvrije wijken. De Rekenkamer oordeelde dat er te weinig focus, gestandaardiseerde aanpak en leervermogen was vanuit de aanpakken. Er was sprake van geld zoekt plan, in plaats van andersom. Vanuit diverse hoeken kwam er commentaar terug dat de Rekenkamer te snel en hard was in haar oordeel. Het hele doel van de aanpak was toch leren? Is het dan niet beter eerst 1.000 bloemen te laten bloeien voordat je opschaalt en leert? Begrijpelijk, maar om de opmerkingen van de Rekenkamer dan geheel te negeren lijkt mij ook niet verstandig.

Een punt dat de Rekenkamer beschrijft en terug te zien is in veel aanpakken aardgasvrij is de opmerking dat de vastgoedeigenaren uiteindelijk zelf gaan over het aardgasvrij maken van hun bezit. In die zin is de macht van overheden ook wel erg beperkt. Het is deze opmerking die als nuance van het commentaar van de Rekenkamer moest dienen, maar waar het naar mijn mening in de praktijk juist aan schort. Overheden denken te beperkt in ‘vastgoedkwaliteit’ en te veel in losse projecten. Dit is vervolgens terug te zien in de aanpakken in de praktijk.

Integrale verduurzaming van de woningen als doel

Dit denken in losse projecten is exact waar aardgasvrij als thema de energietransitie in de weg zit. Een term als laagst maatschappelijke kosten klinkt fantastisch puur beredeneert vanuit aardgasvrij als opgave, maar in de praktijk heb je met een woning te maken. Wat we vergeten is dat diezelfde woning nog veel meer behoeften heeft. Waar de Regionale Energie strategieën de mogelijkheden voor energieopwekking laten zien speelt energiebeperking een zeer beperkte rol. Hetzelfde is zichtbaar in de Warmte Transitievisies die nu opgesteld worden door gemeenten.

Deze belangrijke plannen van de (lokale) overheden doen isolatie al snel af als een noodzakelijk kwaad en volstaan met algemene kreten als: tot energielabel C of B isoleren is prima. Eigenlijk, misschien niet eens nodig, want we gaan met een warmtenet aan de slag. Waarom überhaupt isoleren en de woning verbeteren als dat de laagst maatschappelijke warmteoptie in de weg zit? Koeling wordt al even weinig besproken, laat staan ventilatie of bredere woonwensen. Kortom, om de route naar aardgasvrij gemakkelijker te maken wordt de bredere woningkwaliteit opgeofferd.

Het gevolg: plannen voor aardgasvrije gemeenten en wijken die onvoldoende rekening houden met de wensen van de woningeigenaren. Iets dat al pijnlijk zichtbaar is bij de enorme groei naar airco’s, hoe hard je ook opschrijft dat je voor laagst maatschappelijke kosten gaat, er is ook zoiets als sociale wensen en consumentengedrag. Het is deze vraag naar koeling die voor totaal andere beslissingen kan leiden bij woningeigenaren ook als is bijvoorbeeld een warmtepomp niet het goedkoopste alternatief op aardgas.

Daarbij komt dat door de eenzijdige focus op aardgasvrij geen rekening gehouden wordt met andere overheidsprojecten zoals de Standaard en Streefwaarden. Dit overheidsproject gaat uit van bepaalde kwaliteitseisen zoals warmtevraag van de woning. Je zou denken dat de wettelijke minimale warmtevraag, toekomstige ontwikkelingen en koelbehoefte meegenomen zouden worden in het bepalen van een warmtestrategie en aardgasvrij. Niets is minder waar. Een groot risico, zeker als je bedenkt dat woningcorporaties, die een derde van de Nederlandse woningen in bezit hebben, veelal veel steviger isoleren dan warmtetransitie visies vanuit gaan. Te vaak wordt met bouwjaren gerekend en basis uitgangspunten van isolatie. Wat doet dat met de business case en uitgangspunten van je warmtestrategie? Misschien komen we er wel achter dat een deel van de woningvoorraad de eindstreep 2050 wel helemaal niet gaat halen als we eerlijk kijken naar de duurzame vereisten.

Naar een pragmatische aanpak aardgasvrij

We moeten af van de eenzijdige focus op aardgasvrij. Tijd voor wat ledverlichting in de tunnel. Het voordeel is dat vanuit woningcorporaties en vastgoedexperts al jaren integraal wordt gewerkt aan de verduurzamingsopgave. De Trias Energetica is daarbij een veelgebruikte aanpak om stapsgewijs woningen te verduurzamen en gaat uit van deze drie stappen: Vraagbeperking, duurzaam opwekken en efficiënt omgaan met fossiele restvraag. Maar er is nogal wat veranderd sinds de introductie van de Trias Energetica. Neem alleen al aardgasvrij en de wens gehele wijken in een keer aan te sluiten op een duurzaam alternatief.


We kunnen niet meer blijven hangen in de traditionele aanpak. Het is tijd voor een Trias Pragmatica, een integrale aanpak met flexibele bouwstenen. Het is niet effectief altijd dogmatisch te beginnen met energiebesparing met zo’n grote opgave. Tegelijkertijd is blind staren op aardgasvrij zonder rekening te houden met bredere kwaliteitseisen niet verstandig. Beginnen met aardgasvrij kan, maar hou dan wel rekening met de vraagreductie in de toekomst. Belangrijker, het wordt tijd dat we als ambtenaren meer lessen uit de corporatie- en vastgoedwereld benutten. Een integrale aanpak die rekening houdt met de bredere opgave in woningen kan op mogelijk meer steun rekeningen bij de Nederlandse bevolking dan een eenzijdige focus op aardgasvrij.




125 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page