.

Hoe we 200.000 warmtepompen per jaar gaan installeren
top of page
  • Foto van schrijverSven Ringelberg

Hoe we 200.000 warmtepompen per jaar gaan installeren

Ieder jaar plaatsen we meer dan 400.000 installaties waarvan we weten dat de gebruikte energie duurder wordt en vanaf 2050 niet meer te verkrijgen is.

Volg Transitiepaden nu ook op LinkedIn en ontvang regelmatig inspirerende artikelen en berichten.

Ieder jaar plaatsen we meer dan 400.000 installaties waarvan we weten dat de gebruikte energie duurder wordt en vanaf 2050 niet meer te verkrijgen is. U raad het al, ik spreek over de cv-ketel. Ondanks de aandacht voor aardgasvrij is de verkoop van cv-ketels echter niet gedaald en wordt deze nog zeker 5x zoveel verkocht als de warmtepomp.

De grote installatie transformatie moet dus nog komen, met grote gevolgen voor zowel zakelijke afnemers als particulieren. Hieronder schets ik de verwachtte groei en aandachtspunten bij deze transformatie van gasgestookte apparatuur één van deze duurzame alternatieven, de warmtepomp. Ik beperkt mij hier tot de gebouwde omgeving. De gevolgen voor de elektra infrastructuur hou ik in dit artikel buiten beschouwing.


De verwachtte groei

Met 2 miljoen woningen die van het aardgas moeten zijn in 2030 en het duurder worden van dit gas is een sterke stijging van duurzame alternatieven te verwachten. Spelers in de warmtepompmarkt verwachten bijvoorbeeld dat in 2024 net zoveel warmtepompen als hr-ketels verkocht worden, dit betekent een stijging van 20.000 warmtepompen nu, naar circa 200.000 stuks verkocht per jaar.

Prognose groei aantal warmtepompen

De groei van warmtepompen zal aan het begin vooral veroorzaakt worden door de realisatie van nieuwbouwwoningen met deze installaties. Voor een groot deel van de bestaande woningvoorraad zal aanvullende isolatie (naar zeker thermisch energielabel B) noodzakelijk zijn om gebruik te kunnen maken van een warmtepomp. Mijn verwachting is dat hybride systemen (warmtepomp + hr-ketel) tot aan 2025-2030 voor de bestaande bouw sterker groeien, omdat het minder kosten met zich meebrengt en technisch minder ingrijpend (minder troep in huis) is.


Aandachtspunten

Het Nationaal Trendrapport Warmtepomp spreekt verder over de groei van het totaal aantal systemen. Dit komt volgens het rapport uit op circa 1.300.000 miljoen warmtepompen in 2030. Om deze groei te verwezenlijken zijn wel een aantal zaken van belang:

  1. Duurder gas: De prijs op aardgas zal de komende jaren gaan stijgen, wat een alternatieve manier om warmte op te wekken interessanter maakt. De verwachtte belasting stijging op gas van 75% lijkt echter wel van de baan

  2. Kwaliteit woningvoorraad: Zowel hybride als volledig elektrische warmtepompen vereisen een stevig isolatieniveau. Op dit moment voldoet maximaal 26% van de woningen aan deze vereisten en in veel van dit soort woningen is een hoog temperatuur warmtepomp nodig. De introductie van de warmtepomp moet dus gepaard gaan met o.a. extra investeringen in isolatie. Het precies dit onderdeel waar vertraging kan ontstaan. Isolatie is prijzig en voor veel vastgoedeigenaren en bewoners zijn investeringen in isolatie van 10.000 tot 35.000 euro niet haalbaar. Vergis je niet, dit zijn de minimale investeringsvolumes waarover gesproken wordt.

  3. Tekort aan installateurs: Op dit moment is er een tekort van zeker 20.000 installateurs en zijn warmtepomp experts schaars. Zonder installatie, geen pomp. Dit maakt de kansen voor de installatiemarkt die ik onderaan dit artikel beschrijf lastiger te benutten.

  4. Concurrerende technologieën: Naast de introductie van grootschalige warmtenetten als duidelijk alternatief in grote steden komt waterstof als alternatief steeds vaker naar voren. Het rapport ‘toekomstbestendige gasdistributienetten’ behandelt de mogelijkheden. Voorstanders wijzen op de beperktere aanpassingen aan het netwerk en gemakkelijkere toepassing voor huishoudens. Tegenstanders wijzen vooral op de noodzaak (en onhaalbaarheid) van extra elektriciteit opwekken en het omzettingsverlies van deze elektriciteit naar waterstof omzetten. Het feit dat ik tijdens iedere presentatie een vraag over waterstof krijgt moet genoeg zeggen.


Warmtenetten versus warmtepompen

Het is de moeite even stil te staan bij de ‘concurrentie’ tussen de warmtepomp en het warmtenet. Op dit moment zijn circa 400.000 woningen in Nederland aangesloten op het warmtenet. Afhankelijk van welke prognose je mag geloven zou dit aantal moeten groeien naar 1 á 1,9 miljoen woningen in 2030.


Voor een groot deel wordt deze discussie bepaald door keuzevrijheid en laagste maatschappelijke kosten. Gemeentes als regiehouder in de energietransitie doen nu op grote schaal onderzoek naar deze ‘laagste maatschappelijke kosten’. Voor Nederland levert dit het volgende plaatje op:


Voor circa 51% van Nederland is ‘warmte’ als bron maatschappelijk het goedkoopst. Dit bestaat uit een menging van o.a. grotere warmtenetten uit restwarmte, lokale bronnen en in de toekomst geothermiebronnen. Voor een stad als Rotterdam ziet dit er als volgt uit:



Vastgoedeigenaren maken echter niet alleen een keuze op basis van laagste (maatschappelijke) kosten, maar vanuit eigen belangen en afwegingen. De 31% all electric toepassingen, die voornamelijk uit warmtepompen zal bestaan, kan hiermee groeien. De keuzevrijheid om een energieleverancier te kiezen en onafhankelijkheid van de ‘grote aanbieder’ is voor veel eigenaren belangrijk. Dit geeft de ruimte aan de warmtepompmarkt om veel verder te groeien dan die 1,3 miljoen installaties in 2030. Of dit maatschappelijk gezien wenselijk is laat ik buiten dit artikel.


Hoe deze groei te benutten?

Vanuit mijn werkveld bij gemeenten, woningcorporaties en VvE beheerders zie ik de volgende kansen voor installateurs en producenten van warmtepompen om hun product beter onder de aandacht te krijgen:

  1. Plug & play: Als de gasketel bij een particulier of bedrijf nu stuk gaat, dan moet er gisteren een oplossing voor zijn. Vaak valt de keuze dan automatisch op een vervangende gasketel en wordt de vaste installateur (een kennis) gebeld. Wat veel particulieren zou helpen is een plug & play optie, bijvoorbeeld een hybride ketel waarbij duidelijk de voor- en nadelen worden geschetst. Naar mijn ervaringen willen bedrijven en particulieren zo min mogelijk gedoe en moeten oplossingen helder gepresenteerd worden.

  2. Installatiequote: Woningen en utiliteitsbouw gebruiken steeds meer installaties om te voorzien in hun energievoorzieningen. Het onderdeel installaties in de totale bouwprijs, de installatiequote, neemt al jaren toe. Woningcorporaties en andere vastgoedeigenaren staan open voor adviezen hoe ze hun woningen aardgasvrij kunnen opleveren, dan wel renoveren. Dit pleit voor een dominantere rol voor de installateur en niet alleen een operationele rol, maar vooral adviserend.

  3. Financieel en subsidies: Een installateur moet niet alles alleen willen doen, maar het helpt bij het aanbieden van een installatie wel de financiële en subsidiemogelijkheden te schetsen. Ik zie hier mogelijkheden voor samenwerkingen met andere dienstverlenende partijen. Uiteindelijk wil zowel een zakelijke als particuliere klant een simpel te begrijpen totaal aanbod.

Samenvattend kunnen we enorm veel gaan verwachten van de warmtepomp als alternatief op de cv-ketel. Met dalende prijzen, innovaties en steeds betere afstemming van het product op de doelgroepen zal de warmtepomp een populair alternatief worden en mogelijk concurrent voor warmtenetten. Dit laatste is goed nieuws voor de installateurs die hun service zo simpel en duidelijk mogelijk presenteren.


Volg Transitiepaden nu ook op LinkedIn en ontvang regelmatig inspirerende artikelen en berichten.

141 weergaven

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page